Sibu Sibu

14 december 2018 - Ambon, Indonesië

De aandacht voor ons, bules, blijft aanhouden. Ik ben de tel kwijt hoeveel mensen 'ons' inmiddels op de foto hebben gezet. Op Ambon zijn wij zo'n beetje de enige (blanke) toeristen, dus de interesse  voor “foto foto” is hier zeker niet minder. De mensen benaderen ons hier met een brede glimlach en raken ons tegelijkertijd even aan. Dit gebaar heeft iets gemoedelijks. Wij voelen ons dan ook ‘senang’ in Ambonstad. Dit gevoel wordt nog versterkt doordat wij in het zelfde hotel logeren, waar ook leden van Satudarah Moluku verblijven, (ja dat klopt, de motorclub die in Nederland verboden is vanwege geweldsdelicten). Er kan ‘ons’ dus niets gebeuren!

Wij gaan in de stad op zoek naar de cafécultuur, zoals de ‘Lonley Planet’ omschrijft en hebben deze al snel gevonden in Sibu Sibu, vanaf het eerste bezoek ons stamcafé. De cafécultuur is overigens vooral een ‘kopi’ cultuur. Een enkeling drinkt een ‘Bintang’, de meesten zitten gezellig te kletsen met een kop koffie voor hen op tafel. Sibu Sibu is min of meer een bruin café, niet in de laatste plaats letterlijk omdat er op Ambon nog gewoon in het openbaar gerookt mag worden. Daarnaast zullen de uitlaatgassen van het verkeer in de straat ook de nodige aanslag verzorgen; de voorkant van het café is namelijk geheel open. Aan de wand hangen foto’s van beroemde Molukkers, zoals van de  nationale held Pattimura en van de voor Nederlanders meer bekende Simon Tahamata (oud speler Ajax) en Massada (Nederlands Molukse band). Elke dag wordt er live gezongen; traditionele Molukse liederen of Engelstalige covers.

Inspelend op de koffiecultuur bestellen wij ook elke dag ‘kopi’. Waar Indonesiërs erg van zoet houden (zelfs de melk is gezoet), bestellen wij in ons allerbeste Indonesisch: “kopi no gula, no susu”. De serveerster vat onze bestelling elke dag consequent samen met: “So, two black coffee”. Hoewel er weinig tot geen toeristen zijn in Ambonstad treffen wij in Sibu Sibu wel een Nederlandse mevrouw van Molukse afkomst. Zij geniet van de sfeer en vertelt dat zij jaarlijks op familiebezoek gaat en dan ook altijd naar Sibu Sibu komt. Zij voegt er nog aan toe dat “ook haar kinderen en kleinkinderen er graag komen”. Een ander Nederlands tintje ervaren wij overigens als wij in de auto van ‘Janis’ zitten. We verblijven natuurlijk niet de hele dag in het café en willen ook nog iets van het eiland zien. Janis heeft een auto en heeft zich als taxichauffeur aangeboden. Speciaal voor ons zet hij een muziekje in de auto aan, uit de luidspreker klinkt onvervalste palingsound: “Vaya condios my darling”, van de Cats. In een ver verleden was ik fan van de Cats, ik herken het nummer dan ook meteen.

De laatste avond dat wij in Ambonstad zijn komt de zangeres, die elke avond bij Sibu Sibu zingt zelfs even bij ons aan tafel zitten en bieden wij haar een drankje aan. Ons afscheid van Ambon wordt gekenmerkt door 3 zoenen van de zangeres als wij Sibu Sibu verlaten. Wij hebben niet alleen een stamcafé gevonden, maar wij worden na korte tijd ook al als stamgasten tegemoet getreden.

Foto’s